De brandnetel is een plantengeslacht waarvan in Nederland en België de grote brandnetel en de kleine brandnetel voorkomen. Het geslacht kent een 30-45 soorten, waarvan er vier in Midden-Europa voorkomen.

Teelt
Brandnetel is een meerjarige plant en groeit vooral op vochtige, licht zure en voedzame grond. De plant kan gemiddeld 1,50 meter hoog worden.

In de winter sterven de groene delen van de plant af, die komen in het voorjaar weer op. Zaaien kan in het voorjaar vanaf half maart. Zaaien gebeurt in rijen met een onderlinge afstand van 50 cm, uitdunnen na opkomst op 40 cm in de rij.

Voor een goede groei moeten regelmatig de oude bloemen worden verwijderd.

Doel

  • Jonge brandnetelstengels van de grote brandnetel kunnen als een soort spinazie gegeten worden. Ook kan er van brandnetels soep en thee worden gemaakt.
  • De planten bevatten ca. 1-2% flavonoïden, speciaal glucoside en rutinoside van quercetine, isorhamnetine en kamferolie, maar ook isorhamnetine-3-O-neohesperidoside. In kleinere concentraties verschillende alifatische organische zuren (chlorogenzuur), maar ook hydroxycumarine scopoletine. Alleen in de grote brandnetel komt 0,03-1,6 % koffie-oylappelzuurvoor. Hierdoor hebben de planten een libido verlagende werking.
  • Brandnetelgier is een middel dat kan worden gebruikt ter bestrijding van allerlei soorten luis en rupsen.
  • In de kledingindustrie werd de grote brandnetel voor het verven van wol gebruikt.
  • De plant werd gebruikt voor de productie van papier en textiel.

Meer informatie